Onderzoeksrapport Orka's (Orcinus orca)

Orka’s (Orcinus orca) houden zich volgens onze jarenlange gegevensopname van april tot november in het gebied rond de Straat op. De winter brengen ze volgens andere onderzoekers door in de Atlantische Oceaan vóór de kust van Zuid-Spanje en Portugal.

Positie orka’s 1999–2015
Positie orka’s 1999–2015

De orka’s houden zich volgens onze jarenlange gegevensopname van april tot november in de buurt op, om zich hoofdzakelijk te voeden met tonijn. De winter brengen ze volgens andere onderzoekers door in de Atlantische Oceaan vóór de kust van Zuid-Spanje en Portugal.

In de Straat van Gibraltar voeden orka’s zich voornamelijk met tonijn, die ze van de lijnen van de lokale vissers stelen. Vooral orkakalveren kunnen op deze manier grotere vissen vangen en overleven het eerste jaar zo beter dan kalveren van subkuddes, die de vissers niet benaderen. Het is interessant dat er op vrijdagen, wanneer de Marokkaanse tonijnvissers niet werken, ook geen orka’s in het gebied te vinden zijn.

Omdat de tonijnbestanden in de Straat steeds verder afnemen, werd in 2009 een vangstquotum voor tonijn ingevoerd; dat wil zeggen dat de vissers nu kunnen vissen zolang ze een quotum hebben, ongeacht hoeveel tonijnen ze aan de orka’s verliezen. Intussen is er een wet van het Ministerio de Agricultura, Alimentación y Medio Ambiente ter bescherming van de orka’s, die aanbeveelt om de lijnvissers een groter vangstquotum toe te wijzen, om de overlevingskans van de orka’s te verhogen. Eigenlijk had dit de gespannen situatie tussen vissers en orka’s moeten beëindigen, wat blijkbaar echter niet het geval is.

Mijlpalen in onze jaarverslagen

2005

Er waren dit jaar nauwelijks waarnemingen van orka’s. Dit hangt zeker samen met de bijna-ineenstorting van de tonijnvisserij vóór Tarifa.

2006

De orka’s hebben zich dit jaar vaak laten zien, hoewel tonijn nauwelijks nog voorkomt; het bestand lijkt overbevist te zijn. In plaats daarvan hebben ze zich geconcentreerd op kleinere vissen, die ze van de beuglijnen van de vissers van Tarifa stelen.

Er werd een achtervolging van orka’s door grindwalvissen gespot, gedrag dat ook door andere waarnemers werd geregistreerd.

De orka’s hebben zich in twee groepen verdeeld; een jong mannetje, dat ondertussen volledig geslachtsrijp is, heeft met vier dieren een nieuwe school gevormd. Het oudste mannetje (Camacho) trekt met 12 individuen verder door de wateren vóór Tarifa. Een derde groep van ca. 9-12 dieren, met een volgroeid mannetje met een naar beneden gebogen rugvin, houdt zich vooral vóór Barbate (40 km ten noorden van Tarifa) op. De verwonding aan de rugvin werd door de insnijding van een vislijn veroorzaakt; het mannetje werd eerst met een wijfje gespot op 07.04.04 om 14:00 uur vóór Punta Cires.

2007

Hoewel er van jaar tot jaar minder tonijn wordt gevangen, hebben de orka’s zich dit jaar vaak laten zien. Naast de klassieke waarnemingsperiodes in juli en augustus werden enkele dieren ook in oktober gespot. Deze abnormale periodes zullen in de toekomst meer aanleiding geven tot onderzoekingen.

2008

Orka’s hebben zich dit jaar minder laten zien.
Het is bekend dat de rode tonijn (blauwvintonijn) onder bescherming zou moeten worden gesteld om te voorkomen dat hij als „eiwitbron” verdwijnt.
Dit treft ook de orka’s, die zich in twee groepen hebben gesplitst. De groep met het jongere mannetje werd maar enkele dagen gespot en verdween daarna uit de Straat van Gibraltar. De grotere groep met de al jaren terugkerende individuen, bleef ongeveer 2 maanden en verliet toen ook onverwachts het zuidelijke deel van de Straat, waar hij bij de Marokkaanse vissers had vertoefd.

2009

  • minder orkawaarnemingen dan vorig jaar
  • groep met het jongere mannetje werd helemaal niet gespot
  • grotere groep met de al jaren terugkerende individuen werd in totaal slechts 8 dagen gespot

Aangezien het quotum voor de tonijnvissers sterk werd ingekrimpt, is het voor de orka’s niet meer de moeite waard om bij hen te blijven.

2010

  • 11 orkawaarnemingen
  • kleinste school: 2 dieren
  • grootste school: 13 dieren (12 juli)
  • het jonge mannetje werd één keer gespot op 13 juli

Daar het seizoen van de tonijnvangst sinds 2009 met de invoering van het vangstquotum voor tonijn nog maar ongeveer 2 weken duurt, is het voor de orka’s nauwelijks nog de moeite waard om bij de vissers te blijven.

2011

  • 38 orkawaarnemingen
  • kleinste school: 3 dieren
  • grootste school: 17 dieren (4 augustus)
  • grootste groepen in augustus

Op 4 oktober werden voor het eerst orka’s gespot in de Baai van Gibraltar. Het betrof 7 dieren, waaronder een bij ons onbekend mannetje. Het zou kunnen gaan over het zelden geziene jonge dier, waarvan het uiterlijk door de snelle groei van de vin veranderd zou kunnen zijn.

Hoewel het seizoen van de tonijnvangst sinds 2009 met de invoering van het vangstquotum voor tonijn nog maar ongeveer 2 weken duurt, zijn de orka’s dit seizoen weer vaker opgedoken, omdat ze zijn uitgeweken naar de Marokkaanse vissers, die zich niet aan de quota houden. Vorig seizoen leken ze dezelfde vissers te ontwijken.

2012

  • 59 orkawaarnemingen
  • kleinste school: 3 dieren
  • grootste school: 14 dieren (19 september)
  • grotere groepen vaker in augustus

Hoewel met de invoering van het vangstquotum voor tonijn het seizoen van de tonijnvangst sinds 2009 nog maar ongeveer 2 weken duurt, zijn de orka’s dit seizoen vaker dan in het vorige opgedoken. Ze zijn opnieuw uitgeweken naar de Marokkaanse vissers, die ze in 2010 hadden ontweken.

2013

  • 56 orkawaarnemingen
  • kleinste school: 3 dieren
  • grootste school: 16 dieren
  • grootste groepen vaker in juli (een maand eerder dan in 2012)
  • 24 juli: groep met 4 kalveren

2014

  • 88 orkawaarnemingen (windarme zomer, veel tochten mogelijk)
  • waarnemingsperiode: 26 juni tot 7 oktober
  • kleinste school: 3 dieren
  • grootste school: 16 dieren (waaronder drie kalveren)
  • een pasgeborene voor de eerste keer gespot op 8 augustus
  • grotere groepen (meer dan 8 dieren) vaker in juli en augustus

2015

  • 112 orkawaarnemingen (windarme zomer, veel tochten mogelijk)
  • waarnemingsperiode: 1 mei (een maand eerder dan vorig seizoen) tot 27 augustus (bijna 2 maanden eerder)
  • kleinste school: 2 dieren
  • grootste school: 16 dieren (waarvan 2 kalveren)
  • geen pasgeborenen (De pasgeborene van vorig jaar is vermoedelijk gestorven in een visnet; bij het ongeluk verloor zijn moeder de rechter borstvin.)
  • grotere groepen (meer dan 8 dieren) vaker in juli en augustus

2016

  • 96 orkawaarnemingen (windarme zomer, veel tochten mogelijk)
  • waarnemingsperiode: 1 juli tot 21 augustus
  • kleinste school: 2 dieren
  • grootste school: 20 dieren (waarvan 3 kalveren)
  • geen pasgeborenen
  • grotere groepen (meer dan 8 dieren) vaker in juli en vooral in augustus
    Uitzondering hierop was een waarneming van 12 zwaardwalvissen op 6 april. Zo vroeg werden de orka’s tot dan slechts één keer gespot op 7 april 2004.
  • Een wetsontwerp ter bescherming van de orka’s werd ons door het Ministerio de Agricultura, Alimentación y Medio Ambiente toegezonden.
  • ook in januari 2016 werden orka’s door de vissers gespot (anders brengen ze de winter door in de Atlantische Oceaan vóór de kust van Zuid-Spanje en Portugal)

2017

  • 53 orkawaarnemingen
  • waarnemingsperiode: 30 juni tot 19 september
  • kleinste school: 3 dieren
  • grootste school: 14 dieren (waarvan 4 kalveren)
  • een pasgeborene van de vrouwtjesorka (koe) Lucía (ze had tussen 2015 en 2016 haar vorige kalf en een van haar borstvinnen verloren, vermoedelijk bij een ongeluk met visgerei)
  • grotere groepen (meer dan 8 dieren) vaker in juli dan in augustus (daaronder drie volgroeide mannetjes inclusief Camorro, waarschijnlijk de vader van de pasgeborene)
  • waarnemingskans stijgt en daalt met de frequentie van sterke wind, die opnieuw het aantal uitgevoerde trips bepaalt
  • wet ter bescherming van de orka’s is inmiddels in werking getreden

2018

  • waarnemingsperiode: 28 juni tot 17 oktober
  • 18 orkawaarnemingen op slechts 9 dagen
  • kleinste school: 2 dieren (30 juni)
  • grootste school: 15 (daarvan 5 kalveren) (3 en 12 juli en 17 oktober)
  • een pasgeborene in gezelschap van 6-15 volwassen zwaardwalvissen
    - eerste waarneming: 28 juni
    - andere waarnemingen: 12 juli evenals 11 en 17 oktober
  • grotere groepen van 13-15 dieren in oktober
    daaronder drie volgroeide mannetjes; één daarvan is Camorro, die we het beste kennen

Het seizoen voor tonijnvissers liep van 28 juni tot eind augustus, in totaal 65 dagen – in die tijd konden we echter op slechts 7 dagen orka’s vinden. Het vermijden van de vissers zou kunnen samenhangen met het feit dat zij de orka’s illegaal met alle middelen proberen te verdrijven. Door andere onderzoekers werd daarenboven geconstateerd dat de orka’s verder naar het westen boven het ondiepe water van Majuán genoeg tonijn vinden om zelfstandig te kunnen jagen. (Maar in het gebied van Banco Majuán is walvisobservatie verboden.)

2019

  • waarnemingsperiode: 17 juni tot 13 augustus (50 dagen orkatochten)
    maar op slechts 7 dagen aangetroffen, met 21 waarnemingen
  • grootste scholen:
    18 dieren incl. 8 kalveren (3 juli)
    17 dieren incl. 7 kalveren, waaronder 1 pasgeborene (10 augustus)
    19 dieren incl. 4 kalveren, waaronder 2 pasgeborenen (12 augustus)

Ook dit seizoen wilden de orka's zo te zien niet profiteren van de tonijnvangst. Waarom ze de vissers al 2 jaar mijden, zou kunnen liggen aan het geweld van de vissers, die de orka's met alle middelen proberen te verdrijven, volgens een paar van onze zeelieden sedert dit seizoen onder andere met de toestellen die worden gebruikt om de tonijn met elektrische schokken te bedwelmen.
En/of de zwaardwalvissen vonden, zoals vorig seizoen door andere onderzoekers werd gerapporteerd, verder naar het westen boven de ondiepten van Majuán weer genoeg tonijn om er zelfstandig op te kunnen jagen. Hun gedrag in de Straat van Gibraltar lijkt te veranderen.

2020

  • waarnemingsperiode: 2 tot 23 augustus
  • op 5 dagen aangetroffen, met 21 waarnemingen
  • grootste scholen:
    14 dieren incl. 2 kalveren (3 augustus)
    17 dieren incl. 4 kalveren (21 augustus)
  • kleinste school: 9 dieren
  • geen pasgeborenen
  • net als vorig jaar waren er onder de orka's drie volwassen mannetjes, waaronder degene die wij het beste kennen: Camorro.

Het seizoen beperkte zich coronagerelateerd tot de periode van 1/7-7/9/2020. Daarvan konden op 26 dagen (38 %) weersafhankelijk geen tochten plaatsvinden.

Van 1 juli tot eind augustus was het voor de tonijnvissers 62 dagen seizoen, wanneer de orka's het meest waarschijnlijk te vinden zijn; daarvan konden we op 39 dagen varen, waarvan 7 op een vrijdag, weekdag waarop de Marokkaanse tonijnvissers niet werken en waarop derhalve zelden zwaardwalvissen worden gevonden; bovendien werd hen naar 't schijnt wegens besmettingsgevaar door hun regering verboden om samen met de Spaanse vissers in het midden van de Straat van Gibraltar tonijn te vangen. Daarom waren ze alleen boven de zuidelijke visgronden aan te treffen. Dit verkleinde de kans om orka's te vinden, aanzienlijk. Dus bestond er voldoende kans om hen sowieso te vinden op 32 van de 62 dagen van het orkaseizoen, waarvan, zoals boven vermeld, slechts 5 dagen met succes werden bekroond.

2021

  • waarnemingsperiode: 7 juli tot 29 augustus
  • aangetroffen op 17 dagen, met 28 waarnemingen
  • grootste scholen:
    15 dieren (24 juli)
    17 dieren (30 juli)
  • kleinste school: 3 dieren
  • één pasgeborene, 5 kalveren
  • onder de orka’s waren er twee volwassen mannetjes –Camorro en Morales – en een jong mannetje.

Tijdens het 62 dagen durende seizoen van de tonijnvangst, waarin de orka’s het meest waarschijnlijk aan te treffen zijn, konden we op 47 dagen varen (in 2020 op 39 dagen), waarvan er 6 op een vrijdag vielen. Op deze weekdag werken de Marokkaanse tonijnvissers niet; daarom worden er minder vaak zwaardwalvissen gevonden. Toch zagen we ze op een vrijdag in juli en op drie andere in augustus. De zwakke wind en de terugkeer van de Marokkaanse vissers hielpen om de orka’s vaker te spotten dan in 2020.

2022

  • waarnemingsperiode: 25 juli tot 22 augustus
  • aangetroffen op 8 dagen, met 17 waarnemingen
  • altijd leden van dezelfde subroedels van 9 dieren bij de vissers
    tussen 3 en 9 dieren per waarneming
  • geen pasgeborenen
  • één jong mannetjes, drie kalveren (één daarvan heel jong), vijf vrouwtjes
  • geen ons bekende volwassen mannetjes erbij – het lijkt om een nieuwe subroedel te gaan

Tijdens het 62 dagen durende seizoen van de tonijnvangst, waarin de orka’s het meest waarschijnlijk aan te treffen zijn, konden we op 38 dagen varen. Vijf van deze dagen waren vrijdagen, waarop de Marokkaanse tonijnvissers niet werken en dus minder vaak zwaardwalvissen worden gespot. In dit seizoen konden we ’s vrijdags geen orka’s vinden.

De volledige jaarverslagen van de stichting firmm vindt u op firmm-education.