Straat van Gibraltar
De Straat tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee
De Straat van Gibraltar verbindt de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, is ongeveer 60 kilometer lang en maximaal 44 kilometer breed. Als enige natuurlijke verbinding tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee is de Straat van Gibraltar een van de drukst bevaren waterwegen ter wereld: ongeveer 300 handelsschepen varen dagelijks door de Straat; dit stemt overeen met ongeveer één schip om de 5 minuten. Maar door de uitzonderlijke stromingen trekt het voedselaanbod hier ook zelfs walvissen en dolfijnen aan. Bij walvisobservatie in Zuid-Spanje met firmm kunt u deze fascinerende zeezoogdieren bekijken.
Het smalste punt van de Straat ligt vóór Tarifa: vanuit de meest zuidelijke stad van het Europese vasteland is het maar 14 kilometer naar de berg Jebel Musa in Marokko/Afrika. Veel trekvogels steken daarom juist hier de Straat over op hun reizen tussen Europa en Afrika.
Een blik in de oertijd
Het huidige bekken van de Middellandse Zee is een overblijfsel van de Tethyszee (ook: de Tethysoceaan), die bestond rond de tijd van de dinosaurussen. Toen de Afrikaanse Plaat en de Indische Plaat botsten met de Euraziatische Plaat, verdween de Tethyszee geleidelijk aan. Ongeveer 6 miljoen jaar geleden werd de verbinding met de Atlantische Oceaan – de zogenaamde Betische Straat, die zich ongeveer ter hoogte van het huidige Málaga bevond – dan ook gesloten. Dit samendrijven van de continentale platen is trouwens verantwoordelijk voor het ontstaan van de zogenaamde Betische Cordillera, een bergketen waartoe ook de Sierra Nevada behoort.
Ongeveer 6 miljoen jaar geleden droogde de Middellandse Zee uit.
De Middellandse Zee was nu volledig gescheiden van de oceaan en droogde met de tijd (vermoedelijk over vele tienduizenden jaren heen) op tot een gigantische zoutwoestijn. Op de diepste plaatsen zetten zich daarbij tot drie kilometer dikke lagen verdampingsgesteente (zouten) af. Dit tijdperk noemt men in vakkringen de Messinische zoutcrisis.
De Straat van Gibraltar behoorde toen tot een gebergteboog zonder verbinding met de zee – tot ongeveer 5,3 miljoen jaar geleden de landbrug tussen Europa en Afrika lichtjes onder water zonk. Ter hoogte van de huidige Straat van Gibraltar stroomde vervolgens weer water in het Middellandse Zeebekken. Vele millennia lang waren dit slechts kleine hoeveelheden. Maar het water groef zich dieper en dieper in de landbrug en met de tijd stroomden er steeds grotere watermassa’s binnen, totdat de waterspiegel uiteindelijk vermoedelijk tot 10 meter per dag steeg.
De Straat van Gibraltar vandaag
Omdat er nog altijd meer water verdampt dan er door rivieren en neerslag bijkomt, zou de Middellandse Zee zonder de verbinding met de Atlantische Oceaan vandaag weer uitdrogen. De waterspiegel van de Atlantische Oceaan is ongeveer 1,5 meter hoger, zodat per seconde zowat 1 miljoen kubieke meter water aan de oppervlakte in de Middellandse Zee stroomt. Dat komt overeen met een waterkubus van 100 meter zijdelengte.
Door zijn hoge zoutgehalte is het water van de Middellandse Zee duidelijk zwaarder en stroomt het als dieptewater terug in de Atlantische Oceaan. In de verhogingen en verzakkingen van de drempel van Gibraltar in de omgeving van de Straat ontstaan daarbij draaikolken, die veel voedingsstoffen uit de diepte meenemen naar de oppervlakte.
Voedingsstofrijk water samen met licht bevordert de ontwikkeling van plantaardig plankton (fytoplankton) – voorwaarde voor een groot voedselaanbod. Ook walvissen en dolfijnen profiteren hiervan. Dus is het niet verwonderlijk dat we ondanks de grote verkeersdrukte geregeld zeven walvis- en dolfijnsoorten in de Straat kunnen observeren.
Snelheidsbeperking voor de Straat van Gibraltar
Voor de bescherming van de walvissen werd in februari 2007 door het Spaanse Ministerie van Milieu besloten om een snelheidsbeperking van 13 knopen (24 km/u) voor de Straat in te voeren. Bij de beslissing was firmm niet onbelangrijk betrokken: ons jarenlang onderzoek en onze eisen hadden ertoe bijgedragen dat dit thema sowieso ter discussie kwam.
De Straat in de mythologie
De Rots van Gibraltar en de berg Jebel Musa in Marokko staan ook bekend als de zuilen van Hercules. Volgens de Griekse mythologie moest Hercules (of Grieks: Herakles) het Atlasgebergte oversteken om de runderkudde van de reus Geryon te stelen. Maar met zijn bovenmenselijke kracht reet hij de berg open en schiep zo de Straat van Gibraltar. Bij de uitgang van de Middellandse Zee markeerde hij volgens de overlevering het einde van de wereld met het opschrift „non plus ultra“ (tot hier en niet verder).
De zuilen van Hercules, met inbegrip van de inscriptie, verschenen voor het eerst op het Spaanse wapenschild onder Carlos I (ook Keizer Karel V). Maar aangezien Amerika al ontdekt was, werd de wapenspreuk onmiddellijk veranderd in PLUS ULTRA (steeds verder). Zuilen en inschrift sieren overigens ook het huidige nationale wapen van Spanje.