Ronda
Ronda werd in de 6de eeuw door de Kelten gesticht, toen onder de naam Arunda. De oude binnenstad ligt op een aan alle kanten steil afhellend rotsplateau, dat via drie bruggen met het nieuwere deel van de stad is verbonden. Het spectaculairst is de in de 18de eeuw gebouwde Nieuwe Brug (Puente Nuevo) over de kloof Tajo de Ronda. Ongeveer 100 meter gaat het hier naar beneden, naar de rivier Guadalevín. Om een van de beroemde foto’s te nemen, volgt u vanaf Plaza María Auxiliadora de wandelweg naar het uitkijkpunt Mirador Puente Nuevo de Ronda.
Vlak naast de Nieuwe Brug verscheen onder toezicht van architect José Martín de Aldehuela ook de arena voor stierengevechten, die in 1785 werd voltooid en tot de oudste en grootste in Spanje behoort. Van hieruit verspreidde het Spaanse stierengevecht zich in zijn huidige vorm, waarover u zich in het bijbehorende museum kunt informeren. Graag zouden we hieraan toevoegen dat de arena alleen nog dient als gedenkteken voor lang vervlogen tijden. Maar jammer genoeg vinden in de arena tot op de dag van vandaag nog stierengevechten plaats, hoewel volgens enquêtes de meerderheid van de Spanjaarden afwijzend staat tegenover deze zogenaamde traditie.
Tijdens een wandeling door de oude binnenstad ontdekt u ook enkele gebouwen in Moorse stijl. De meeste werden na de Reconquista helaas vernield, maar een paar getuigen uit die tijd zijn bewaard gebleven, bijvoorbeeld de Arabische baden („baños árabes”) of het Palacio de Mondragón, dat thans het stadsmuseum (museo municipal) huisvest. Aan het klooster en de kerk Colegiata de Santa María la Mayor op de Plaza Duquesa de Parcent kan je in ieder geval nog delen van de vroegere moskee herkennen: zo bleef de gebedsnis met Arabische opschriften bewaard en ook de voormalige minaret, die tot een klokkentoren werd omgebouwd.