Onderzoeksrapport Grote tuimelaars (Tursiops truncatus)

Er zijn in de Straat van Gibraltar residente groepen grote tuimelaars (Tursiops truncatus), die echter door de jaren heen in steeds kleinere groepen leven. Hun sprongen laten de dieren eerder aan het begin van het seizoen zien.

Positie grote tuimelaars 1999–2015
Positie grote tuimelaars 1999–2015

Onze foto-identificatie van grote tuimelaars bewijst dat deze soort in de Straat van Gibraltar resident is. Er is ondertussen echter een gestage afname van de groepsgrootte. De reden daarvoor zou een verandering in de groepsdynamiek kunnen zijn of de morbillivirusepidemie. Hierdoor leek de populatie grote tuimelaars in de Straat van Gibraltar aanvankelijk niet getroffen te zijn, misschien alleen maar niet zo sterk.

Het voor grote tuimelaars typische, speelse gedrag merken we vooral aan het begin van het seizoen. Maar volgens onze registraties neemt dit gedrag in de loop van het seizoen voortdurend af. Dit zou een natuurlijk, van de paringstijd afhankelijk proces kunnen zijn, waardoor tuimelaars in de lente meer socialiseren. Of ze hebben tegen het einde van het seizoen de buik vol van ‘whale watchers’.

Mijlpalen in onze jaarverslagen

2004

  • identificatie van tuimelaars doet vermoeden dat ook deze soort in de Straat van Gibraltar resident zou kunnen zijn

2005

  • identificatie bewijst dat deze soort in de Straat van Gibraltar resident is (Er zijn in de Straat vier residente en zes migrerende soorten.)

2006

  • grootste groep tuimelaars: ongeveer 120 individuen
  • Het lijkt erop dat de populatie in de Straat toeneemt.

2007

  • grootste groep tuimelaars: ongeveer 200 dieren
  • Zo te zien blijft de populatie in de Straat groeien.

2008

  • grootste groep tuimelaars: ongeveer 200 dieren

2009

  • tuimelaars lijken door het morbillivirus in mindere mate getroffen te zijn dan grindwalvissen
  • grootste groep tuimelaars dit seizoen: 120 dieren (Dus waren de grootste groepen grindwalvissen en tuimelaars maar half zo groot als in het seizoen 2008.)

2010

  • tot midden in het seizoen in gebruikelijk aantal aanwezig
  • verdwenen daarna meer en meer, wat zich weerspiegelt in een afname van het waarnemingscijfer met 40 % tegenover het seizoen 2009
  • grootste groep tuimelaars: 200 dieren in juni
  • één keer nog waarneming van een grotere groep in september: 110 tuimelaars

2011

  • tot midden in het seizoen nog talrijker aanwezig dan in de tweede helft van het seizoen
  • grootste groepen van 100 en 120 dieren in gezelschap van telkens 15 en 20 kalveren in juni

2012

  • tot midden in het seizoen (juli) nog talrijker aanwezig dan in de tweede helft van het seizoen
  • in juli: school van 80 dieren, waaronder 15 kalveren (Dus was de groep maar half zo groot als de grootste van vorig jaar.)

2013

  • begin van het seizoen (april, mei) nog talrijker aanwezig
  • april: school van 150 dieren, waaronder 20 kalveren
  • juli: nog eens 88 dieren gespot
  • oktober: één keer ongeveer 70 dieren gespot
  • anders groepen van minder dan 50 dieren
  • populatie van deze soort in de Straat van Gibraltar lijkt aanvankelijk stabiel te zijn

2014

  • grotere scholen grote tuimelaars (50 – 95 dieren) van maart tot september
  • grootste school op 3 augustus: 80 volwassenen met 15 kalveren
  • meeste kalveren en pasgeborenen in juli, augustus en september (zoals bij de grienden tot vrij laat in de zomer)
  • gemiddelde groepsgrootte: 20 dieren (in 2013 bedroeg ze 22; tot 2007 waren er nog 24,5 dieren)

2015

  • grotere scholen grote tuimelaars (51 – 88 dieren) van juni tot oktober
  • grootste school van 101 dieren (waaronder 10 kalveren en 1 pasgeborene) op 19 april
  • kalveren de hele zomer door gespot
  • de meeste pasgeborenen van juli tot september
  • gemiddelde groepsgrootte: 16 individuen

2016

  • grotere scholen van meer dan 50 grote tuimelaars van mei tot augustus
  • 7 mei: 170 dieren
  • 29 augustus: 155 dieren
  • kalveren de hele zomer door gespot, de meeste van mei tot juli
  • de meeste pasgeborenen waren er in augustus en september
  • gemiddelde groepsgrootte: 15,8 dieren

2017

  • grotere scholen van meer dan 50 grote tuimelaars af en toe van april tot september
  • Op 15 juni waren er 100 en op 2 augustus 120 dieren.
    Kalveren werden de hele zomer door gespot, de meeste in april en mei. Slechts 8 pasgeborenen waren van april tot september te zien, 3 daarvan in juli. Alles bij elkaar waren de kalveren een maand eerder aan de beurt dan vorig seizoen.
    De groepen tuimelaars bestonden gemiddeld uit 12 individuen.

2018

  • grotere scholen van meer dan 40 en meer grote tuimelaars individueel in juli, augustus en oktober
  • grootste groep van 56 dieren (9 augustus)
  • gemiddelde groepsgrootte: 12 dieren (constante afname sinds 1999)
  • kalveren de hele zomer door, de meeste in augustus
    (atypisch, aangezien in andere jaren de meeste kalveren van april tot juni werden gespot)
  • 46 waarnemingen van pasgeborenen (mei tot november)

2019

  • grotere scholen van 40 en meer grote tuimelaars gedurende de zomer
  • grootste school van 75 dieren, waaronder 5 kalveren (12 april)
  • gemiddelde groepsgrootte: 12,4 dieren (constante daling sinds 1999)
  • kalveren gedurende de zomer
  • 20 waarnemingen van in totaal 23 pasgeborenen (mei tot november)

De constante daling van de groepsgrootte sinds 1999 heeft zich dit jaar licht „hersteld“, maar blijft een reden tot bezorgdheid. Volgens een proefschrift van Susana García Tiscar uit 2009 leven de tuimelaars in de Straat van Gibraltar van andere vissoorten dan de door commerciële visvangst benadeelde. Bijgevolg zou ondervoeding niet de meest waarschijnlijke oorzaak kunnen zijn, hoewel af en toe magere dieren (waarbij de ribben zichtbaar zijn) door ons worden waargenomen.

2020

  • grotere scholen van meer dan 20 grote tuimelaars gedurende de zomer
  • grootste school van 32 dieren, waaronder 2 kalveren (3 juli)
  • gemiddelde groepsgrootte: 11 dieren
  • kalveren gedurende de hele zomer (de meeste van 21/7-23/8)
  • slechts 2 waarnemingen van telkens één pasgeborene (12 en 19/8)

Het seizoen beperkte zich coronagerelateerd tot de periode van 1/7-7/9/2020. Daarvan konden op 26 dagen (38 %) weersafhankelijk geen tochten plaatsvinden.

2021

  • grotere scholen van meer dan 20 grote tuimelaars (3 juli – 29 oktober)
  • grootste school:
    • 210 dieren (6 juli)
    • 200 dieren (16 september)
    • 100 dieren, waaronder 1 kalf (21 oktober)
  • gemiddelde groepsgrootte: 12 dieren
  • kalveren gedurende het hele verkorte seizoen
    kalverengroepen van 5-10 (18 juni – 29 september)
  • verscheidene waarnemingen van pasgeborenen (25 juni – 2 oktober)
    van 25 augustus tot 29 september zelfs zesmaal 2 en eenmaal 3 pasgeborenen tegelijkertijd

Het seizoen beperkte zich coronagerelateerd tot de periode van 18/6-29/10/2021. Daarvan konden op 43 dagen (32 %) weersafhankelijk geen tochten plaatsvinden.

2022

  • grotere scholen van 30 – 50 grote tuimelaars van mei tot september (de meeste in augustus/september)
  • grootste school van 100 dieren, waaronder ca. 20 kalveren (17 april)
  • gemiddelde groepsgrootte: 12 dieren
  • kalveren gedurende het hele seizoen (de meeste van 21/7-23/8)
  • in totaal 47 pasgeborenen (3 juni – 25 oktober, de meeste in augustus/september)

Van de 214 dagen van het seizoen (1/4-31/10/2022) konden er op 84 dagen (39 %) weersafhankelijk geen tochten plaatsvinden.

De volledige jaarverslagen van de stichting firmm vindt u op firmm-education.