Whale Poo Ambassadors

door Sonja Van Den Bossche

Tekening door Klaus Stuttmann

Tekst: Jörn Selling

Toen we door de Nederlandse stichting „Rugvin” werden gecontacteerd vanwege hun „Walvispoepambassadeur”-programma, klonk het in de eerste plaats raar en grappig. Dat walvispoep een belangrijke grondstof is, al is het maar indirect voor ons, mensen, is ondertussen bewezen en zelfs berekend geworden. Je moet maar op het idee komen om daarvoor walvisambassadeurs te laten aanwerven. Er zijn echter creatieve aanpakken nodig om het algemene bewustzijn rond de problemen die wij veroorzaken, te vergroten.

Een van de grootste is de klimaatcrisis. We zijn goed op weg om onze belangrijkste bondgenoot daartegen te verliezen: de natuur met haar biodiversiteit, waarin elke soort bijdraagt tot de stabilisering van het klimaat. De aarde zou een ander klimaat hebben zonder de biosfeer; ze houdt hem stabiel voor haar overleving. Wij zijn ook een onderdeel van de biosfeer. Het gaat zelfs zover dat we momenteel moeten worden geclassificeerd als een biologische catastrofe, die de zesde massa-uitroeiing veroorzaakt.

Baleinwalvis

Maar terug naar de walvissen. Ze staan bovenaan de voedselpiramide, zoals wolven. En net als de wolven, wier terugkeer bijvoorbeeld de natuur in het Yellowstone Park weer tot leven heeft gewekt, zijn walvissen „top-down”-controleurs. Zonder hen zou de biodiversiteit beperkt zijn. Ze bemesten met hun uitwerpselen de bovenste zeelagen, zodat fytoplankton (plantaardige microalgen) kan gedijen – en het voedselnetwerk kan worden uitgebreid.

Potvissen

Wanneer walvissen sterven en zinken, voeden ze de levende organismen in de diepzee, waar voedsel schaars is. Zo worden ook grote hoeveelheden koolstof, die in de walvis zijn gebonden, gedurende duizenden jaren uit de atmosferische kringloop gehaald. Ze zijn als drijvende bomen, koolstofputten. Ralph Chami, „Assistant Director“ in het „IWF Institut for Capacity Building“ heeft in de publicatie Finance & Development geprobeerd om de output van de walvissen te berekenen. De 8 grootste walvissoorten doen 30.000 ton C02/jaar zinken. Als hun bestanden zich tot hun oorspronkelijke grootte zouden kunnen herstellen, zou dit 160.000 ton C02/jaar zijn. Hun hierboven vermelde uitwerpselen dragen er ook toe bij dat fytoplankton, dat sterft en zinkt, in het mariene sediment gebonden blijft. Zo onttrekken de 12.000 potvissen in de Zuidelijke Oceaan 200.000 ton CO2/jaar aan de atmosfeer.

Met de huidige prijs van één ton C02 en met toevoeging van andere economische diensten die door de walvissen worden geleverd, zoals ecotoerisme, komen we uit op een waarde van 2 miljoen dollar voor de levensproductie van één walvis. Voor de hele walvispopulatie? Ongeveer 1.000 miljard dollar! Goede redenen om ze te beschermen.

Het zou mooier zijn, als dergelijke berekeningen niet nodig waren. Hopelijk helpen ze ons op de been.

Ga terug