We kunnen veel van kinderen leren (Deel 3)

door Sonja Van Den Bossche

Orka

Tekst: Edeltraud Konradt; Foto's: firmm

Orka's eten dolfijnen

Niet alle orka’s eten dolfijnen. Orka’s worden in drie cultuurkringen onderverdeeld; ze verschillen in lichaamskleur, klankuitingen, gedrag en jachttechnieken.

Eén cultuurkring van de orka’s voedt zich hoofdzakelijk met vlees; deze orka’s leven overwegend in koude wateren, bijv. in het noordpoolgebied. Op hun menu staan zeehonden, zeeolifanten, andere walvissen en ook pinguïns. Omdat deze orka zelf een zeezoogdier is en andere zeezoogdieren eet, kreeg hij de bijnaam ‘killer whale’ (de walvis die doodt).

De tweede cultuurkring van de orka’s voedt zich uitsluitend met vis.

De derde is opportunistisch; dat betekent dat hij zich zowel met vis als andere zeezoogdieren voedt. Ook zeevogels staan op zijn spijskaart. Ze leven bijvoorbeeld vóór IJsland.

Als de dolfijnen op het wateroppervlak liggen, zijn ze dan dood?

Neen: dolfijnen slapen op het wateroppervlak of net daaronder, in zogenaamde halvelingse slaaptoestand: één oog en de tegenoverliggende hersenhelft slapen. De andere hersenhelft is wakker en controleert de ademhaling; anders gaan de dieren onder en verdrinken ze. Dolfijnen en walvissen slapen anders; daarover weten we maar weinig. Zo werd een vrouwelijke bultrug gespot, die met de kop naar beneden en de staartvin op het wateroppervlak verticaal in het water stond en ongeveer 30 minuten aan één stuk sliep.

Potvissen – dat hebben we hier in de Straat van Gibraltar vóór onze boot kunnen waarnemen – slapen ook verticaal in het water, maar met de staartvin naar beneden en met de kop naar boven en dan zakken ze langzaam naar de diepte. Er zijn soorten die tijdens het zwemmen kunnen „slapen”. Dolfijnen zijn echter geen nachtslapers zoals mensen; zij slapen op elk moment, altijd wanneer ze moe zijn. Zo wordt er bijvoorbeeld na de jacht uitgerust.

Een dode walvis of dolfijn

Als een dolfijn of walvis sterft, dan zinkt zijn lichaam naar de zeebodem. Daar groeit het lichaam uit tot een waar festijn. Eerst wordt het door sluimer- of ijshaaien of door krabben opengereten. Vervolgens door aasetende diepzeevissen en wormen opgezocht; voor hen is het kadaver voedsel. De beenderen worden afgebroken door micro-organismen en daarin gespecialiseerde botwormen, wat maanden tot jaren duurt, afhankelijk van de grootte van het lichaam van de walvis.

Springende tuimelaars

Hebben dolfijnen ook een naam?

Ja

We weten dat dolfijnen zich verstaanbaar maken met speciale geluiden en/of gezangen. Beroemd zijn de liederen van bultruggen. Over de tuimelaars weten we dat ze elkaar met hun naam roepen. Ze roepen geen naam zoals wij, mensen, maar gebruiken een speciale toon, die alleen aan dit dier en geen ander dier is toegewezen. Elke dolfijn wordt herkend aan zijn toon.

Beloega’s noemt men ook de kanaries van de zeeën; zo mooi om naar te luisteren zijn hun communicatief bedoelde geluiden voor ons, mensen. Zoals het gesjilp van kanarievogels.

Gaan dolfijnen ook eens ergens anders heen?

Ja

Walvissen en dolfijnen leven in scholen met sterke sociale banden. De sterkste band is die tussen de moeder en haar jong. Het leefgebied van de dolfijnen is over de hele wereld verspreid. Van de Noordpool tot de Zuidpool. Het migratiegedrag varieert. Baleinwalvissen trekken van koude wateren naar duizenden kilometers van elkaar verwijderde warme wateren, om hun jongen te baren en groot te brengen, tot de jongen sterk genoeg zijn, om de lange reis terug naar de koude voedselgebieden te kunnen zwemmen.

Bij dolfijnen zijn de scholen anders gemengd, maar er vormen zich ook zogenaamde vrijgezellengroepen, die hun thuisschool verlaten en door de zeeën zwemmen. Wanneer ze dan een andere school ontmoeten, hebben ze een bepaald onderdanig gedrag en communicatief bedoelde geluiden, om de groep te begroeten. Als ze in de groep worden opgenomen, trekken ze verder met de groep; soms blijven jonge mannetjes in de nieuwe groep, omdat ze een vrouwtje hebben gevonden. De anderen van de vrijgezellengroep nemen misschien vrijgezellen uit de groep op en samen trekken ze weer weg daarvandaan.

We kunnen dus zeggen: ja, dolfijnen zwemmen ook eens ergens anders heen.

De „charla’s” verliepen dit jaar anders.

Snurken dolfijnen?

Daarover heb ik geen concrete uitspraken kunnen vinden. Behalve Alexander von Humboldt: hij vermeldde in zijn notities dat hij zou hebben waargenomen dat rivierdolfijnen die te luid ademden – dus „snurken” – door de andere dolfijnen in de groep een stomp werden gegeven om ze wakker te maken.

Hebben dolfijnen een dikke huid?

Bij de „huid” (dus de epidermis / opperhuid van de dolfijnen) gaat het om een ongeveer 20 cm dikke laag, die het water laat afdruipen. Ze betekent bescherming, niet alleen voor de inwendige organen, maar dient ook voor de voortbeweging. Haar structuur maakt het mogelijk om snel door het water te glijden. De huid zelf is doorweven met veel zenuwcellen. Ze reageren op druk of informeren de dolfijn over zijn omgeving, bijv. de watertemperatuur. In de huid bevinden zich ook kleurlichaampjes; door melaninekorreltjes ontstaat de donkere huidskleur. De huidskleur geeft de dolfijnen en walvissen soms ook hun naam, bijv. bij de grijze walvis.

De huid – zo ontdekten wetenschappers – bestaat uit onder-, opper- en lederhuid, zoals gebruikelijk bij zoogdieren. De onderzoekers ontdekten daarenboven een gelachtige substantie op de huid. Deze gel – zo schrijven de wetenschappers – beschermt en reinigt de huid van de dolfijnen. Want op de huid vestigen zich mettertijd micro-organismen. Dus gaan de onderzoekers ervan uit dat dolfijnen niet alleen van levensvreugde springen, maar ze springen ook om zichzelf schoon te maken. Bij elke sprong wordt een beetje van de gel op de huid afgewassen en op die manier worden de micro-organismen verwijderd.

Grote walvissen hebben een dikkere huid: tot 50 cm, vooral bij de walvissen die in koudere gebieden leven, bijv. het noordpoolgebied. Daar wordt de vetlaag onder de huid echter ook blubber genoemd. Deze speklaag dient voor de warmte-isolatie en energiereserve. Tijdens de migratietochten tussen koude en warmere gebieden regelt de huid ook de lichaamstemperatuur.

Mag ik de dolfijnen aanraken?

Hier in de Straat van Gibraltar is zwemmen met dolfijnen niet toegestaan. Maar over de hele wereld worden deze mogelijkheden aangeboden. Wat voor de mensen een belevenis is, is voor de dolfijnen een nachtmerrie en brengt ook hun gezondheid in gevaar. Het is stresserend voor de dieren. Het voortdurend aangeraakt worden, schaadt de textuur van hun huid; het kan leiden tot verwondingen, waarin parasieten dan binnendringen en de wonden ontsteken en pijn doen. Nieuw-Zeelandse onderzoekers hebben waargenomen dat de dolfijnen hun natuurlijke gedrag veranderen, als er constant mensen met boten en snorkels om hen heen zijn. Het eet- en rustgedrag veranderde; de dieren raken verstoord in hun natuurlijke levensritme. De wetenschappers vonden een 75 % hoger sterftecijfer bij kalveren. Zo kromp de daar aan de ‘Bay of Island’ levende populatie met een derde van het bestand. Nieuw-Zeeland heeft aan de noodrem getrokken: daar is zwemmen met dolfijnen nu verboden. Dolfijnen observeren is nu streng gereguleerd: maar weinig boten en op vastgelegde tijdstippen.

Mij ligt deze blog echt na aan het hart, omdat de kinderen vragen stellen, waarop ik niet zou zijn gekomen; mijn lievelingsvraag dit jaar is: snurken dolfijnen?

Ga terug