Onverwacht potvisbezoek
door Sonja Van Den Bossche
Tekst: Katharina Heyer; Foto's: firmm
Op 23 en 24 april verrasten 10 potvissen ons! De eerste zagen we op de laatste tocht in de namiddag. In plaats van zoals gewoonlijk onder te duiken, keken we toe hoe hij snel in de richting van de Atlantische Oceaan zwom. Maar na langere tijd dook hij dan toch majestueus onder. Eerder al hadden we een paar honderd meter verder naar voren een tweede blaaswolk van een potvis ontdekt. Toen we hem langzaam naderden, kwam er vlak naast hem een tweede boven en nog vóór ik het in alle talen had aangekondigd, lag een 3de potvis dicht bij de twee. Op de boot onder de gasten, en ook in de kapiteinscabine, waren de eerste vreugdekreten al te horen. Het ging echter keer op keer verder, een vierde en vijfde potvis verschenen, dan een 6de en 7de. Ik kon alle aankondigingen in 4 talen nauwelijks volgen, toen de 8ste en tegelijkertijd een 9de potvis al opdoken. Ze lagen lijf aan lijf, spyhopten, d.w.z. ze kwamen met de koppen uit het water en keken nieuwsgierig rond. Ze haalden diep adem, we zagen veel witte, ronde bubbels, dan weer koppen. De vele potvissen bouwden als het ware een eiland van potvislichamen! Intussen waren ook grote tuimelaars opgedaagd, die nieuwsgierig om de grote reuzen heen zwommen. Ze doken dan allemaal langzaam en rustig onder, zeker niet loodrecht, zodat we vermoedden, dat we ze spoedig weer zouden zien. En inderdaad, slechts ongeveer 10 minuten later kwamen ze allemaal weer aan de oppervlakte, nog steeds dicht bij elkaar. We zagen ook hoe een paar zich wentelden, zodat we veronderstelden, dat het misschien het begin van een potvisparing kon zijn. Zo’n voorspel duurt uren. Een potvisparing hadden we immers 3 jaar geleden eens kunnen filmen:
Zo'n grote potvisfamilie, allemaal heel dicht bij elkaar, had ik nog nooit gezien!
De volgende dag zochten we natuurlijk weer naar potvissen. We stuitten na lang zoeken op een familie grote tuimelaars, die in westelijke richting zwom. En toen ontdekten we de eerste blaaswolk van een potvis. Nauwelijks was hij verdwenen, of we zagen het volgende geblaas en zo ging het de volgende 3 kwartier verder. Net als de dag ervoor verschenen ook de grote tuimelaars. We zagen alle tien de potvissen van de vorige dag weer, deze keer doken ze echter afzonderlijk na het eten op, rustten op het water en vulden hun lichaam opnieuw met zuurstof om dan typisch weer loodrecht onder te duiken. 10 keer konden we kort na elkaar de zo geliefde potvisstaartvinnen fotograferen! De 8ste potvis was zelfs onze Observador, die we al sinds 2014 kennen. Typisch voor hem is, dat hij alsmaar dichter naar de boot zwemt, afdraait en ons dan heel dicht bij de boot zijn ondergaande staartvin laat zien. Het vermoeden dat een potvis een gedeeltelijk afgesneden staartvin had, werd dan ook bevestigd. Onmiddellijk gaf Eduardo hem de naam Mario! Voor ons allen was het een sensationele ervaring, alweer op één enkele tocht van 2 uur 10 potvissen te kunnen observeren. Op de twee volgende trips zagen we ze allemaal terug.