Onderzoek en dierenbescherming - de twee kanten van de medaille
door Sonja Van Den Bossche
Tekst: Christine Schmid; Foto's: firmm
Dankzij decennialange inspanningen zijn er intussen ook in de Straat van Gibraltar financiële middelen van de staat voor onderzoek naar walvissen en dolfijnen en ook verscheidene beschermingsmaatregelen. Om de dieren en hun gedrag te onderzoeken, zijn er verschillende methoden.
firmm, als onafhankelijke stichting, aanvaardt geen openbare financiële middelen en gebruikt alleen de niet-invasieve vorm van foto-identificatie. Dat wil zeggen dat we werken met foto-opnames van de dieren, vooral van de rug- en staartvinnen, om de dieren te identificeren en te herkennen. Het sorteren, bewerken en vergelijken van de foto's is een ingewikkeld werk en levert alleen gegevens op, als we de dieren werkelijk aan het wateroppervlak zien.
waarbij zenders aan de rugvinnen van de dieren worden bevestigd. Dit gebeurt door de zender in het vlees van het dier te schieten, in het beste geval in de rugvin, of in het geval van potvissen, in de rugkam (potvissen hebben geen uitgesproken rugvin). Toch is ook de invasieve vorm van chippen legaal en door de overheid gesteund.
Momenteel heeft de organisatie CIRCE een officiële en gesubsidieerde opdracht gekregen voor het onderzoeken en markeren van walvissen in de Straat van Gibraltar.
Dat omvat vooral het chippen van potvissen, grienden, vinvissen en orka's. In het verleden hebben we al gechipte exemplaren gezien en gedurende het seizoen, of beter gezegd de jaren, vergezeld.
Een voorbeeld hiervan zou grindwalvis Fernando zijn. Op zijn rugvin is ook vele jaren later een duidelijk litteken te zien. Het litteken is goed genezen en Fernando heeft geen verdere zichtbare schade daardoor opgelopen. Een droeviger voorbeeld zou griend Lola zijn. Haar rugvin raakte sterk geïnfecteerd bij de door het chippen ontstane wond en verrotte uiteindelijk. Lola werd in het volgende seizoen niet meer gespot. Ons huidige zorgenkind is Ponce, wiens wond aan de rugvin er eens beter, eens slechter uitziet.
Ook aan het begin van de zomer konden we een reeds gechipte potvis waarnemen. In dit geval konden we geen duidelijke ontstekingen vaststellen.
Op 23/09 konden we vanaf onze boot zien hoe een potvis plotseling opdook vlak naast de rubberboot, waarop leden van CIRCE op weg waren. De rubberboot naderde de walvis onmiddellijk na het opduiken, om hem te markeren met een zender. Wat ons verbaasde, was dat de rubberboot meteen na het boven water komen de potvis naderde. Het schot met de zender moest van heel dichtbij gebeuren, om de chip zo nauwkeurig mogelijk te kunnen aanbrengen. Dit is wel een enorm ongemak voor de walvis, en natuurlijk ook pijnlijk.
Potvissen voeden zich in heel diep water, tot 3.000 m diep, waar ze jagen op hun lievelingsvoedsel: de reuzeninktvissen. Hiervoor kunnen ze tot 80 minuten onder water blijven. Maar ze moeten, net als alle andere zoogdieren, na de lange duik weer terugkeren naar de oppervlakte, om hun levensnoodzakelijke zuurstofvoorraad aan te vullen. Dit werd in dit geval de grootste van de tandwalvissen verhinderd. De ogenblikkelijke beschieting met de zender, kort na het bovenkomen, zonder hem een paar minuten te laten ademen, had tot gevolg dat de potvis onverwijld weer onderdook, zonder genoeg zuurstof te hebben opgenomen.
Even later spotten we hetzelfde dier, honderden meters verder, opnieuw aan de oppervlakte, waar het nu eindelijk zijn lichaam van verse zuurstof kon voorzien.
Tot onze vreugde konden we aan het einde van de trip nog een andere potvis waarnemen, deze keer zonder andere boten. Daarom konden we heel goed zien hoe de walvis minutenlang als een boomstam aan het wateroppervlak lag en alleen maar ademhaalde. Bij elke uitademing merken we de diagonale blaaswolk. Na ongeveer 10 minuten, wanneer het dier voldoende zuurstof heeft opgenomen, kromt het zijn rug en duikt een paar seconden onder, om terstond weer naar de oppervlakte te komen. Maar alleen om nu voorgoed weg te duiken. Daarvoor neemt hij een bijna verticale positie aan, om zo snel mogelijk zo diep mogelijk te duiken en hij laat ons daarbij zijn prachtige staartvin zien, de meest begeerde foto van elke waarneming van een potvis!
Na deze tocht keerden we met gemengde gevoelens terug naar Tarifa. Het onderzoek is belangrijk en hoognodig om de verschillende soorten als geheel en hun leefgebieden te kunnen beschermen. De invasieve methoden kunnen onder ideale omstandigheden exactere, en vooral veel meer gegevens verstrekken dan het opportunistische onderzoek van de foto-identificatie. Ze zijn echter, zoals de naam al zegt, invasief en hinderen de dieren, kunnen ze zelfs schade toebrengen, als bijv. de veroorzaakte wonden ontsteken of de dieren te veel worden gestoord.
Sinds het chippen van de potvissen hebben we geen exemplaren van deze soort meer gespot. We vermoeden dat ze door de verstoring de zeestraat momenteel vermijden.
Daarom zal de stichting zich verder zoals voorheen tot foto-identificatie beperken, omdat het welzijn van elk afzonderlijk exemplaar ons nauw aan het hart ligt. Ook al kost deze methode veel meer moeite.