Drie waanzinnige dagen

door Sonja Van Den Bossche

Tekst: Edeltraud Konradt, Foto's: firmm

De titel is gewoonweg een ‘understatement’. Wat zich hier in de Straat van Gibraltar afspeelde: ongelooflijk of onbegrijpelijk. Nee, een sensatie!!

9 oktober 2018: de tocht om 14:00 uur begon zoals altijd. Nou ja, de zee was een beetje ruw. We hadden golven en wind, dus een weer waarbij het hart van de zeeman sneller klopt. Het ging alle gasten goed; ook zij hadden plezier en waren vol verwachting over de waarnemingen. Maar die lieten op zich wachten. Het is al zo dat de dieren moeilijker te vinden zijn bij golfslag. En dus was het al bijna zo dat we dachten dat we vandaag niets zouden spotten, toen van Katharina vanop het flydeck de aankondiging kwam: „Een blaaswolk op EEN uur, een potvis.” We keken allemaal verwachtingsvol daarheen; eerst was er niets te ontwaren.” Het oog moest eerst zoeken om te vinden wat er te zien moest zijn. Toen weerklonk Katharina’s stem opnieuw: „Nee, geen potvis. Het is een vinvis. Op TWEE uur kunt u hem waarnemen.”

Jaaaaaaa, en dan was hij te zien! Een langgerekt, slank walvislichaam trok voor onze ogen door de golven. Oneindig lang leek hij te zijn. We vergezelden hem een tijdje en zo konden we nog drie keer genieten van het zicht, telkens als hij aan het wateroppervlak verscheen om te ademen. Zo móóóóiiii. Fantastisch, want ik had sinds juni geen vinviswaarneming meer! Daarna spotten we nog grote tuimelaars en zo eindigde deze excursie.

Vinvis

10 oktober 2018: de trip om 16:00 uur begon ontspannen, omdat het op deze dag stralend weer was; windstil, genoeg zon en gladde zee. De deelnemers aan deze excursie genoten van de zon op weg naar het gebied waarin we walvissen zoeken, en algauw hadden we tuimelaars en grindwalvissen; we observeerden ze in hun element. Voor aan de boot, rechts, eens links, telkens weer dook een griend onder de boot door. Tevreden slenterde ik naar achteren, naar de achtersteven en keek zo naar de zee, totdat mijn oog op een „fontein” viel.

Ohhh, een blaaswolk… Had ik dat goed opgemerkt?… Ver weg… Maar toch een blaaswolk? Ik wachtte tot de veerboot die daar voer, was voorbijgevaren en keek nieuwsgierig naar de vlek in de verte, maar toen gleed een volgende boot in mijn gezichtsveld en toch had ik hem gezien. Ik had hem gezien. Een blaaswolk, een blaaswolk, mijn hart klopte in mijn keel; toen het schip weg was en de blaaswolk er nog was, sloeg ik alarm. Zo stond ik daar en hoopte, duimde: „Alstublieft, de blaaswolk is er nog… alstublieft.” Slechts langzaam bewoog het schip zich voorwaarts. Ik barstte haast van opwinding. Dan had ik weer zicht en jaaaaaa, daar was hij! Ik wrong me tussen de passagiers aan boord, die de grindwalvissen bleven observeren, trok de deur van de kapiteinskabine open en riep binnen: „Een blaaswolk, een blaaswolk achteraan op ZES uur!” Dan, een ogenblikje later kondigde Katharina de blaaswolk aan: „„Houd u allemaal vast, alstublieft. We varen snel. We hebben een blaaswolk gezien.”. Nu waren we op weg naar de blaaswolk, maar er was nog niets beslist. Was hij er nog? En daar was hij! Potvissen liggen 10 minuten op het wateroppervlak en vullen zich met zuurstof; ze nemen ze op in het gehele spierstelsel van het lichaam en in de bloedbanen. Toen hij daarmee klaar was, boog hij zijn kop en daarna ontwaarden we het achterste deel van zijn lijf en hij gleed heel langzaam naar beneden. Het laatste wat we van hem te zien kregen, was zijn staartvin. „Wauw,” joelden alle meevarenden aan boord, „ongelooflijk móóóóóóói!” Zo liep deze dag op zijn einde.

Potvisblaaswolk

11 oktober 2018: de tour om 16:00 uur, zoals altijd niets ongewoons. Bewolkt weer, slechts deels zonnig, maar lekker warm. We startten de excursie en hadden nog maar een kort stuk van onze weg naar het gebruikelijke zoekgebied achter ons gelaten, toen Katharina meedeelde: „Een blaaswolk; het zou een vinvis kunnen zijn. Vasthouden. We varen snel.” Op 1:00 uur meldde Katharina de waarneming. Nu raakten we opgewonden. Alle passagiers aan boord zochten een plaats aan de ramen, want wie wil niet op de eerste rij staan, als er iets te zien is? De opwinding aan boord was geweldig. Toen kwam het bericht: „Nee, geen vinvis. Het zou een potvis kunnen zijn.” „Oh!” en „Ah!” gingen rond. Dan de boodschap: „Maar nee, het zijn orka’s! Jawel, het zijn orka’s!” De verbluffing en verrassing die Katharina tijdens deze waarneming voelde, waren aan haar stem te horen. Nu had iemand foto’s moeten nemen. Wij van de bemanning keken elkaar aan, lachten en waren overgelukkig. Orka’s, wat een sensatie in oktober! In oktober waren de orka’s terug. Ik kan dit gelukzalig gevoel niet beschrijven. De derde dag en zo’n ongelooflijke waarneming. Toen waren we ook dicht bij de dieren aangekomen; naast de boot zwommen drie orkamoeders, elk met een jong. We zetten allemaal grote ogen op. Sprakeloos bekeken we de dieren, terwijl ze naar de Atlantische Oceaan trokken. Onder de jonge dieren was een baby, een pasgeborene. Het had nog zijn gelige kleur. Zo petieterig zag het eruit naast zijn moeder. Orkababy’s zijn 2 – 2,5 meter groot, als ze worden geboren en wegen maximaal 180 kg. Zo klein kan je dat niet noemen. We bleven zoals altijd op passende afstand in hun buurt en stonden perplex, met open mond, totdat we moesten terugvaren. De tijd vliegt altijd snel voorbij, als je dieren observeert, maar die dag was hij bijzonder kort. We namen afscheid van de orka’s en keerden zielsgelukkig terug. Zo’n sensationele dag liep ten einde.

Orkamoeder en jong

Ga terug