De almadraba vóór Tarifa
door Sonja Van Den Bossche
Tekst en foto's: Pia Schmidt
Almadraba’s zijn uitgekiende netsystemen, die vanaf de kust richting zee lopen. Deze vismethode, waarmee de blauwvintonijn (ook rode tonijn genoemd) wordt gevangen, is sinds de Feniciërs bekend, wordt dus sinds honderden jaren toegepast en was voor eigen gebruik bedoeld en daarom duurzaam. Vandaag is visvangst een handel, waarnaar enorme geldstromen gaan. Met de almadraba’s wordt nu commerciële visvangst bedreven. De Spaanse regering heeft met Japan een akkoord; 90 % van de rode tonijn wordt aan Japan verkocht.
De Japanners geven de voorkeur aan sushi van drachtige vrouwtjes. Dus geraken steeds minder wijfjes in de warmere Middellandse Zee om te paaien, wat de populatie van de rode tonijn ernstig bedreigt. Van duurzaamheid kan geen sprake meer zijn. Er zijn studies, die beweren, dat de rode tonijn in de Middellandse Zee in een paar jaar uitgestorven zou kunnen zijn. Ze realiseren zich blijkbaar niet, dat ze goed op weg zijn om een soort uit te roeien en ook inkomsten uit het toerisme verliezen. In de zomer komen veel toeristen, om de orka’s tijdens het vangen van de tonijn te bekijken. Dit beeld zou binnenkort tot het verleden kunnen behoren, tenzij de dieren overschakelen naar andere in de Straat voorkomende voeding.
Op mijn wandeling langs de Atlantische kust kon ik toekijken, hoe de rode tonijnen werden omhooggetrokken op het fabrieksschip. Daar wordt hij schoongemaakt en diepgevroren. Meer dan anderhalf uur duurde dit schouwspel, voordat het fabrieksschip dan richting noord wegvoer. De volgende dag heb ik gezien, dat 89 tonijnen in de grootteorde van 2 tot 3,5 meter werden „afgeleverd”. De tonijnen kunnen tot 5 m lang worden. Exemplaren van deze grootte zijn er nog nauwelijks, omdat de rode tonijn niet meer de tijd krijgt, om volledig uit te groeien. Het heeft me gechoqueerd mee toe te kijken, in welke hoeveelheden deze dieren op het fabrieksschip werden geladen.