Soms loopt het anders dan je denkt

door Sonja Van Den Bossche

Tekst: Stéfanie Goth; Foto's: firmm

Ik was nu 2,5 weken in Tarifa en had door te werken als vrijwilligster bij firmm al tal van boottours in de Straat van Gibraltar afgemaakt. Ik had leuke ervaringen op de boot gehad en veel dolfijnen, orka’s, grindwalvissen en potvissen gespot. Toch ontbrak er één walvissoort, die wel het hele jaar door in de Straat te vinden is, maar die we vrij zelden tijdens een tocht kunnen waarnemen: de vinvis. Ik was elke keer wel zo blij als een klein kind, toen we weer eens enorme groepen van snelle gestreepte of gewone dolfijnen zagen, of speelse grote tuimelaars, die graag nieuwsgierig om de boot heen zwommen. Ook was het altijd weer een ware belevenis om de strijd tussen de orka’s en de Marokkaanse vissers om de rode tonijn te kunnen meemaken, of de sierlijke duik van een potvis, die iedere keer gefluister op de boot veroorzaakte, wanneer zijn staartvin langzaam in de blauwe zee verdween. Desalniettemin hoopte ik stiekem op elke trip dat het deze keer zover zou zijn – dat ik een vinvis zou zien. Op een ochtend vertrokken we met de firmm VISION op een drie uur lange orkatocht. Omdat de orka’s de laatste dagen niet vaak werden gevonden, was ik een beetje ongerust en hoopte zeer dat we ze nu zouden zien, zodat niemand ontgoocheld zou worden. Aan boord sprak ik met een leuke, Duitse familie, die mij nieuwsgierig uithoorde over mijn vrijwilligerswerk in Tarifa. De vraag rees of ik dan al alle walvis- en dolfijnsoorten hier in de Straat had gespot, waarna ik vertelde dat ik de vinvis nog altijd miste. Schertsend antwoordde de vrouw dat het misschien wel nu tijdens deze trip zou gebeuren. Ik glimlachte, haalde de schouders op en zei: „Misschien.” Maar ik geloofde er niet echt in. Een vinvis tijdens een orkatour, dat leek me op de een of andere manier niet logisch. Aangezien we voor de orkatocht ver naar de Atlantische Oceaan uitvoeren en bijna de Straat verlieten, en daar we vooral bij de orka’s bleven, als we ze vonden, namen we meestal nauwelijks andere soorten waar – tenzij we ze toevallig op de heen- of terugtocht tegenkwamen. We waren nog midden in ons gesprek, toen onze kapitein, Antonio, plotseling de boot 180 ° draaide en plankgas gaf. Iedereen keek verwonderd om zich heen. Ook ik onderbrak de conversatie om een marinero te vragen wat er aan de hand was. „Un rorcual, un rorcual!” antwoordde hij mij uitgelaten. Ik kon mijn oren niet geloven. „Un rorcual – een vinvis??” vroeg ik ongelovig. Maar ik had het niet verkeerd begrepen – inderdaad, de SPIRIT, de andere firmm-boot, had niet ver van ons een vinvis gesignaleerd en nu waren we met veel lawaai en hoge snelheid onderweg naar dit indrukwekkende dier, dat na de blauwe vinvis het op één na grootste dier op aarde is. Opgewonden stapte ik terug naar de familie en vertelde wat er aan de hand was. We moesten allemaal lachen, omdat we er kort voordien nog over hadden gegekscheerd. Mijn hart klopte wild en, net als alle andere passagiers op de boot, zocht ik ongeduldig de weidse zee af naar een grijze vinvisstaart of een grote blaaswolk. Na 10 minuten hoorden we de enthousiaste aankondiging door Katharina, de stichtingsoprichtster, over de microfoon, dat ze een vinvis had opgemerkt. „A la izquierda – aan de linkerkant!“ En ja, daar was hij. Helemaal niet ver van de boot verhief een reusachtige gedaante, waarvan je de grootte alleen van boven gezien kon raden, zich uit het water: de vinvis. Hoewel maar een klein deel van de rug en de rugvin zichtbaar waren, kreeg ik toch kippenvel door de omvang en kracht, die dit dier uitstraalde. De boot volgde parallel aan de vinvis op dezelfde hoogte en we beseften hoe snel dit gigantische dier op weg was. De vinvis liet zich op zijn route niet verstoren door de vele vurige toeschouwers en daarom konden we hem gedurende lange tijd volgen en hem bewonderen.

Vinvis Blaaswolk van een vinvis

Toen de boot langzaam weer wendde, om zijn weg naar de orka’s te vervolgen, zette iedereen zich tevreden en welgemoed weer op zijn plaats, en ook ik kon mijn geluk nauwelijks bevatten. Maar het zou nog niet alles zijn, wat we zouden beleven gedurende deze trip. Zoals al eerder werd vermoed, waren de orka’s ook op deze dag niet te bespeuren. Nadat we alle Marokkaanse vissersboten voorbij waren en nog een stuk richting Marokkaanse kust hadden gevaren, zonder een orkafamilie tegen te komen, restte ons niets anders dan naar het midden van de Straat van Gibraltar te varen en te hopen nog een of andere soort te kunnen spotten. Omdat het gebeuren met de vinvis zo indrukwekkend was, heerste er nog steeds een levendige en gelukkige stemming op de boot – het leek haast alsof de mensen de orka’s al helemaal waren vergeten. Ineens stopte de boot en we hoorden Katharina door de microfoon roepen: „Op 12 uur ziet u een grote groep kleine dolfijnen! Het lijkt een gemengde school gestreepte en gewone dolfijnen te zijn!” En inderdaad, korte tijd later kregen we ze ook in het oog. Overal om ons heen zwommen ze in een ongelooflijk tempo, sprongen af en toe uit het water, soms verschillende tegelijkertijd. Het was zeker een groep van wel 1.000 dieren en ongeacht aan welke kant van de boot je stond, iedereen kon ze perfect observeren.

Gewone dolfijnen Gestreepte... dolfijnen

Na vele geweldige minuten zetten we ons traject voort. Tot dan toe was de tour perfect, ondanks het gebrek aan orka’s – maar ook dat zou nog niet alles zijn. Korte tijd later luidde Katharina’s stem opnieuw door de luidsprekers: „Op 3 uur zijn er grindwalvissen! En ik zie nu dat er ook een aantal grote tuimelaars bij zijn!” Opgewonden rende iedereen naar de rechterkant en er was weer nog eens een levendig gefluister op de boot, toen de zwarte grienden ongedwongen uit de donkerblauwe zee kwamen en te midden van hen een paar snelle tuimelaars nieuwsgierig naar de boot zwommen.

Grindwalvissen, ook grienden genoemd

Terwijl de grindwalvissen zich ontspannen door de golven lieten dragen, hadden de tuimelaars veel zin om door de boeggolf van onze boot te worden voortgestuwd. En dus zwommen ze telkens weer om de boot heen of eronderdoor en sprongen in de lucht, zodra ze genoeg snelheid hadden.

Vanaf dit moment was er op de boot geen houden meer aan – de kinderen giechelden van plezier, de volwassenen konden niet meer kiezen tussen in het wilde weg fotograferen of zelf kijken – de positieve spanning op de boot was voelbaar. Deze pure levensvreugde van de dieren werd overgedragen op ons allen en er was niemand meer aan boord, die niet lachte of bezield was. Toen de boot verder voer, voelden we ons allemaal in een roes. Zoveel blije ervaringen vol adrenaline achtereen meemaken, maakte ons zelfs een beetje moe. Maar ook dit zou nog niet alles zijn. Omdat de tijd bijna om was, begaf de boot zich op weg naar Tarifa. Korte tijd later gaf de kapitein echter weerom plankgas en weer eens keek iedereen verbaasd op, want eenieder wist dat dit iets te beduiden had. En inderdaad, kort daarna hoorden we Katharina roepen: „We hebben een potvis gezien! We moeten nu snel zijn, zodat we hem bereiken, voordat hij onderduikt!” Het korte vleugje vermoeidheid bij de mensen was alweer verdwenen. Iedereen zocht druk naar de blaaswolk van een potvis. Ook ik kon mijn enthousiasme niet verbergen. Na de vinvis, de gewone en gestreepte dolfijnen, de grienden en de grote tuimelaars – nu ook nog een potvis?!

Klaar... om te duiken

Wat was er dan die dag aan de hand? Gedurende al mijn voorbije tochten had ik meestal twee tot hoogstens drie soorten dieren gespot – zes diersoorten tijdens één tour beschouwde ik als een klein wonder. Nu hoopte ik, zoals ook de andere opvarenden aan boord, dat we de potvis tijdig zouden bereiken. En zo gebeurde het dan ook. We slaagden er bijtijds in en konden het kolossale dier gedurende een paar minuten gadeslaan, vóór het nog eens diep uitademde, zijn rug kromde en rechtstandig dook. Hierbij konden we zijn staart, die sierlijk onder water verdween, perfect onderscheiden. Waanzin! Ook Katharina was enorm uitbundig en riep door de microfoon: „Wat een perfect einde van een geweldige trip!” Toen de VISION weer de haven van Tarifa binnenliep, zaten op de boot alleen gelukkige en tevreden mensen, die deze tocht waarschijnlijk hun leven lang niet zullen vergeten. Toen ik van de Duitse familie afscheid nam, zei het kind opgetogen: „Goed dat we de orka’s niet hebben gezien; zo hebben we een reden om gauw terug te komen en nog eens uit te varen!” Soms loopt het net even anders dan je denkt, en anders is soms zelfs nog veel beter!”

Ga terug